Bij een persoonlijkheidsonderzoek gaat het erom een beeld te krijgen van de sociaal-emotionele belevingswereld van een kind of jongere om zo een relatie te kunnen leggen tussen de klachten en de persoonlijkheid. Persoonlijkheid is datgene wat jou anders maakt van alle andere mensen: je karaktertrekken, eigenschappen en gewoontes. De persoonlijkheid wordt gevormd door de genen en levenservaringen (opvoeding, sociale omgeving, gebeurtenissen).

Persoonlijkheidsonderzoek bestaat uit een aantal onderdelen. Soms worden alle onderdelen afgenomen, soms slechts een deel, dat is afhankelijk van de vraagstelling.

Een belangrijk onderdeel is het gesprek. Mogelijke vragen zijn: Wat heb je meegemaakt in je leven? Hoe was je als kind? Wat heb je meegekregen van je ouders? Maar ook: hoe ga je om met spanningen en emoties?

Een ander onderdeel is het invullen van vragenlijsten. Daarbij geef je bijvoorbeeld aan of een bepaalde uitspraak wel of niet op jou van toepassing is. Het onderzoek kan nog worden aangevuld met zogenoemde projectieve tests. Dit zijn tests waarin bijvoorbeeld gevraagd wordt iets te vertellen over een plaatje of een tekening te maken.

Er wordt een persoonlijkheidsonderzoek gedaan als er vragen zijn over hoe persoonlijkheidskenmerken het dagelijks functioneren beïnvloeden. Als we dat weten, kan een passend begeleidingsplan worden gemaakt.